De geschiedenis van het wijnhuis Cantine Paradiso begon in 1954 met (nu) opa Angelo. Hij trouwde jong, kreeg 4 kinderen en realiseerde met hun hulp zijn droom om een wijnmakerij te bouwen.
Al drie generaties lang cultiveert de familie Paradiso wijnstokken in Puglia, een gebied met eeuwenoude wijntradities. In 1954 gooide grootvader Angelo, destijds een boer zoals de velen die in die tijd het Apulische platteland bevolkten, het roer om. Samen met zijn vier kinderen bouwde hij zijn droom, een kelder die tot op de dag van vandaag de centrale kern vormt waarrond het hele bedrijf zich heeft ontwikkeld.
In de daaropvolgende jaren verbeterden en breidden de vier kinderen de kelder uit, verwierven nieuwe gronden en ontwikkelden het bedrijf verder. Tegenwoordig zet Angelo, de kleinzoon van de oprichter, het werk voort dat meer dan zestig jaar geleden begon.
In deze zestigjarige geschiedenis heeft de Paradiso-familie altijd veel belang gehecht aan het behoren tot dit unieke land, het versterken van de wijnbouwcultuur van het gebied en het voortdurend verbeteren van de kwaliteit van de productie in de loop van de tijd. De continu verkregen resultaten bevestigen de keuzes van drie generaties praktische wijnmakers, verbonden met traditie en gevoelig voor innovatie.
De gebottelde wijnen zijn geproduceerd op 20 hectare eigen wijngaarden.
Op 19 januari 2020 heb ik dhr. Angelo Paradiso in Nederland ontmoet. Op dit moment is hij de 3e generatie in het wijnhuis. Op zijn advies heb ik ook de rode wijn 1954 Primitivo geproefd en ik was aangenaam verrast. Uiteraard heb ik deze wijn daarna aan mijn wijnaanbod toegevoegd, maar ook de fantastische Angelo Primo, Nero di Troia.
